Racemonsters

Racemonsters

Deze tweede les van Beeldende Vorming maakten we voor het eerst kennis met werkprocessen.

Hierbij kwamen de volgende doelen kijken:

  1. Je kunt aangeven wat de procesdoelen en productdoelen van de beeldende opdracht zijn.
  2. Je kunt een werkstuk maken van kosteloos materiaal door middel van het werkproces experimenteren.
  3. Je kunt tenminste 3 verschillende assemblagetechnieken onderscheiden en toepassen in het werkstuk.
  4. Je kunt een storyboard ontwerpen voor een korte stop-motion animatiefilm (zie volgende bijeenkomst).

Cirkelmodel 

We hebben vandaag ook kennis gemaakt met het feit dat procesdoelen en productdoelen letterlijk een ander doel hebben

  • Procesdoelen: Gaan over het gedrag: hoe wil je dat leerlingen aan het werk gaan?
    • Dit is de buitenste rand in het cirkelmodel
  • Productdoelen: Gaan over het eindresultaat: waaraan moet het eindresultaat voldoen zodat je leerlingen iets geleerd hebben.
    • Dit is de binnenste rand in het cirkelmodel

Door dit cirkelmodel te bespreken, hebben wij doel 1 behaald van de les.

Verdere uitleg over het cirkelmodel per begrip:

  • Onderzoek: De maker van een product experimenteert om de vorm van het werkstuk te ontdekken. Door het experimenteren vergroot de maker de keuzemogelijkheden.
  • Beschouwing: De maker van een werkstuk is altijd van te voren al beïnvloed door zijn/haar eigen verleden. Dit kan allemaal invloed hebben op het beeld dat de maker vormt van zijn/haar eigen werk. Als het kijken en waarnemen zo gericht wordt gebruikt bij het vormgeven dan spreken we van beschouwing. Als je aan het beschouwen bent, vraag je je actief af wat je nou eigenlijk ziet.
  • Werkwijze: De manier waarop je materiaal van vorm verandert is de werkwijze. Dit kan bijvoorbeeld knippen, naaien of solderen zijn.
  • Reflectie: Dit begrip is overkoepelend over alle andere begrippen. Dit is ook te zien in het cirkeldiagram, aangezien de cirkel van reflecteren om het geheel heen staat. Het is de samenspraak met jezelf en de omgeving. Je eigen waarnemingen op een bewuster niveau echt waarnemen. Dit doe je door reflecterende vragen te stellen.

 

Om met dit alles aan de slag te gaan, kregen wij de opdracht om zelf een racemonster te ontwerpen. Dit gebruik makend van kosteloos materiaal van thuis. Denk hierbij aan bijvoorbeeld wc-rolletjes en lege theedoosjes. Het was de uitdaging om er een echt monster van te maken én tegelijkertijd snelheid aan het monster mee te geven. Het ging niet om letterlijke snelheid hoe snel het monster kon gaan, maar om een snel uiterlijk. We mochten gebruik maken van erg veel verschillende “vastmaak methodes”.

Hierbij zijn wij dus aan de slag gegaan met doel 2 van deze les. We waren namelijk bezig door middel van experimenteren te kijken wat voor kosteloze materialen we konden gebruiken om een leuk geheel te creëren. Door experimentator kwam ik er ook achter wat voor methodes er werkten om mijn racemonster in elkaar te zetten.

Ik ging vrolijk aan de slag en maakte onder andere gebruik van het lijmpistool en buigbaar ijzerdraad om dingen aan elkaar te bevestigen. Voor doel 3 is hier dus te zien dat ik gebruik heb gemaakt van verschillende assemblagetechnieken, namelijk van het lijmpistool, buigbaar ijzerdraad en plakband. Ook heb ik nog normale lijm gebruikt om de wieldoppen er goed in te zetten.

Op doel 4 gaan we de volgende les terugkomen.

Hieronder het eindresultaat van mijn werk. Het is niet helemaal geworden zoals ik in gedachten had, maar ik heb in ieder geval met de doelen in mijn hoofd een grappig eindresultaat gekregen. Het leukste vond ik nog wel dat aan het begin van de les allemaal kosteloze spullen lagen wat op dat moment geen functie had, en dat wij dat nu wel weer een functie hebben gegeven door dit te maken.



Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *