Les twee: jonge kind
Drama bij kleuters: bij alles vertellen wat ze aan het doen zijn.
Vertelpantomime: als leerkracht vertel je een verhaal en de kinderen voeren alles van het verhaal uit.
- Muziek is belangrijk voor concentratie tijdens de opdrachten
- Maak gebruik van emoties
- Vertel handelingsgericht
- Zorg ervoor dat de hele klas dezelfde personage heeft over de spanne van het hele verhaal. Moeilijk om te wisselen van persoon.
- Speel zoveel mogelijk mee!
- Zorg ervoor dat je ook bij ongewenst gedrag in het verhaal blijft. “Achtergebleven” uiltje met de andere uiltjes ophalen
Prentenboeken: bijvoorbeeld: wij gaan op berenjacht, mama kwijt (uiltjes
Sceneopdracht: probleem bij de bakker. De helft van de klas in de rij. Leerkracht geeft steeds aanwijzingen wat er allemaal kan mis gaan in de rij. Er komt een bij binnenvliegen, iemand moet plassen, iemand wil voorpiepen, iemand moet plassen.
Vervolgopdracht: dingen bedenken die rond dit thema kunnen bedenken.
-> je kunt ook kaartjes geven aan de kinderen in tweetallen met de wie en de wat.
Wat-opdrachtje:
We zijn op het strand: hoe kunnen we zien dat het een strand is? De leerlingen mogen dan iets van het strand uit gaan beelden. Ze steken hun vinger op en dan mogen ze dat uit gaan beelden. (dit is een vooropdracht).
Daarna kunnen ze zelf een toneelstukje verzinnen op een plek en dan mogen ze bedenken wat ze doen op die plek. Als de leerlingen die kijken weten waar het is, mogen ze meespelen. Dan is de input dus van de leerlingen en is het een hoofdopdracht geworden.
Bij het vertelpantomine kun je het veel meer overlaten aan de leerlingen wat er allemaal gebeurt in een situatie. Dus minder alles voorkauwen.
Hoe ouder het kind is, hoe meer het kind wil dat het is zoals het hoort. Dus meer richting script en rol.
Vakinhoudelijk doel: De leerlingen kunnen verschillende emoties omzetten in bewegingen en kunnen de emoties ook in hun mimiek terug laten komen. Het correct imiteren van de leerkacht kan ook een vakinhoudelijk doel van deze les zijn.
Pedagogisch doel: De sociaal-emotionele ontwikkeling. Het durven uiten van de verschillende emoties.